28.04.2016
Beste Vrienden,
Afgelopen weekend hadden Hendrik Maes van In Balans Haacht en ikzelf de eer en het genoegen om samen 'ons ding' te mogen komen doen op Infinity Camp 2016. Deze dynamische tweedaagse conferentie over 'functional training' te Hasselt werd afgesloten door een interview met kinesist Lieven Maesschalck, een man die ik jullie waarschijnlijk niet verder moet voorstellen. Er kwamen wel enkele interessante vragen vanwege de moderator, o.a. waarom hij zich niet aan één of andere voetbalclub wilde verbinden. Zijn antwoord is blijven hangen bij mij. Het kwam erop neer dat dit hem zou remmen in zijn zelfontplooiing. "In zo'n omstandigheden krijg je steeds met dezelfde letsels te maken en leer je al vrij snel niets meer. Als je 'expertise' (sic) wil ontwikkelen heb je een grotere diversiteit nodig." Ik moet eerlijk zeggen, zoiets past wel in mijn kraam. En het is nooit alleen maar de boodschap, het is ook steeds de boodschapper.
Als trainer heb ik me de afgelopen 10 jaar ook nooit willen specialiseren in vb. alleen maar triatlon, ook al is het daarmee natuurlijk begonnen. Het is bijzonder leerrijk om ook eens bij de buren te gaan kijken ! Waarom trainen sprinters in het zwemmen zoveel kwantiteit en sprinters in de atletiek bijna uitsluitend kwaliteit? Waarom wordt er in atletiek vaak met mesocycli van 3 weken gewerkt en waarom in triatlon meestal met 3:1-cycli? Waarom wordt er zo gestructureerd getraind in triatlon en waarom zo ogenschijnlijk 'alles door elkaar' in tennis? Het is al even interessant om zowel gelegenheidssporters/lifestylers als trainingsbeesten/profatleten te mogen begeleiden. Hoeveel trainingsarbeid kan een atleet aan en wat is de ondergrens om je lichaam gewoon te maken aan een bepaalde sportinspanning? Welke verschillen zijn er in de aanpak van een volwassene die nog maar één jaar loopt en iemand die al 10 jaar op zijn teller heeft? Wat gebeurt er als je 1, 2, 3 of zelfs 4 verschillende sporten met elkaar combineert? Hoe pak je een wielrenner van 15 aan, en hoe doe je dat met die van 65 jaar?
Een belangrijke doelstelling in het zgn. epidemiologisch onderzoek is het blootleggen van 'causale verbanden' (oorzaak-gevolg). Het is niet omdat iedereen ijsjes eet dat het vandaag mooi weer is. Het is misschien omdat de ijsboer vandaag gratis ijsjes uitdeelt. Als iedereen ook ijsjes eet op zonnige dagen wanneer de ijsboer ze niet gratis weggeeft, dan is de kans wel groot dat hogere temperaturen verantwoordelijk zijn voor de verhoogde consumptie van ijsjes. Als er bovendien méér ijsjes gegeten worden naarmate het warmer is, dan wordt de kans al héél erg klein dat er géén oorzakelijk verband is tussen de omgevingstemperatuur en de ijsjesconsumptie.
Een gelijkaardige redenering gaat op voor het verband tussen trainingsaanpak en sportieve successen. 'Consistency' (of reproduceerbaarheid) tussen verschillende (atleten)populaties is één van de criteria om te weten of je manier van werken steek houdt. Als je, als trainer, 'systematisch' - d.w.z. bij beginners én gevorderden, bij inlineskaters én kanovaarders, bij jeugd én masters, bij mannen en vrouwen - kan slagen in de vooropgestelde sportieve doelstelling (d.i. 'succes'), dan weet je dat je in de richting van de waarheid beweegt. De 'formule voor succes' aanvoelen en ze expliciteren zijn weliswaar nog 2 andere dingen. In mijn workshops zal ik mij - zo goed en zo kwaad als mogelijk - aan dat tweede wagen. Ik weet dat mijn 'formule' nog niet 'af' zal zijn, maar dankzij jullie kritische vragen zal ze ongetwijfeld verder vorm krijgen; de wetenschap evolueert ook maar dankzij stellingen en experimenten ! Onze kennis zal immers nooit af zijn, maar dat wil niet zeggen dat we ze niet kunnen delen ! Don't miss the opportunity !
Sportieve groeten & #TrainHardButSmart !
Karel
Afgelopen weekend hadden Hendrik Maes van In Balans Haacht en ikzelf de eer en het genoegen om samen 'ons ding' te mogen komen doen op Infinity Camp 2016. Deze dynamische tweedaagse conferentie over 'functional training' te Hasselt werd afgesloten door een interview met kinesist Lieven Maesschalck, een man die ik jullie waarschijnlijk niet verder moet voorstellen. Er kwamen wel enkele interessante vragen vanwege de moderator, o.a. waarom hij zich niet aan één of andere voetbalclub wilde verbinden. Zijn antwoord is blijven hangen bij mij. Het kwam erop neer dat dit hem zou remmen in zijn zelfontplooiing. "In zo'n omstandigheden krijg je steeds met dezelfde letsels te maken en leer je al vrij snel niets meer. Als je 'expertise' (sic) wil ontwikkelen heb je een grotere diversiteit nodig." Ik moet eerlijk zeggen, zoiets past wel in mijn kraam. En het is nooit alleen maar de boodschap, het is ook steeds de boodschapper.
Als trainer heb ik me de afgelopen 10 jaar ook nooit willen specialiseren in vb. alleen maar triatlon, ook al is het daarmee natuurlijk begonnen. Het is bijzonder leerrijk om ook eens bij de buren te gaan kijken ! Waarom trainen sprinters in het zwemmen zoveel kwantiteit en sprinters in de atletiek bijna uitsluitend kwaliteit? Waarom wordt er in atletiek vaak met mesocycli van 3 weken gewerkt en waarom in triatlon meestal met 3:1-cycli? Waarom wordt er zo gestructureerd getraind in triatlon en waarom zo ogenschijnlijk 'alles door elkaar' in tennis? Het is al even interessant om zowel gelegenheidssporters/lifestylers als trainingsbeesten/profatleten te mogen begeleiden. Hoeveel trainingsarbeid kan een atleet aan en wat is de ondergrens om je lichaam gewoon te maken aan een bepaalde sportinspanning? Welke verschillen zijn er in de aanpak van een volwassene die nog maar één jaar loopt en iemand die al 10 jaar op zijn teller heeft? Wat gebeurt er als je 1, 2, 3 of zelfs 4 verschillende sporten met elkaar combineert? Hoe pak je een wielrenner van 15 aan, en hoe doe je dat met die van 65 jaar?
Een belangrijke doelstelling in het zgn. epidemiologisch onderzoek is het blootleggen van 'causale verbanden' (oorzaak-gevolg). Het is niet omdat iedereen ijsjes eet dat het vandaag mooi weer is. Het is misschien omdat de ijsboer vandaag gratis ijsjes uitdeelt. Als iedereen ook ijsjes eet op zonnige dagen wanneer de ijsboer ze niet gratis weggeeft, dan is de kans wel groot dat hogere temperaturen verantwoordelijk zijn voor de verhoogde consumptie van ijsjes. Als er bovendien méér ijsjes gegeten worden naarmate het warmer is, dan wordt de kans al héél erg klein dat er géén oorzakelijk verband is tussen de omgevingstemperatuur en de ijsjesconsumptie.
Een gelijkaardige redenering gaat op voor het verband tussen trainingsaanpak en sportieve successen. 'Consistency' (of reproduceerbaarheid) tussen verschillende (atleten)populaties is één van de criteria om te weten of je manier van werken steek houdt. Als je, als trainer, 'systematisch' - d.w.z. bij beginners én gevorderden, bij inlineskaters én kanovaarders, bij jeugd én masters, bij mannen en vrouwen - kan slagen in de vooropgestelde sportieve doelstelling (d.i. 'succes'), dan weet je dat je in de richting van de waarheid beweegt. De 'formule voor succes' aanvoelen en ze expliciteren zijn weliswaar nog 2 andere dingen. In mijn workshops zal ik mij - zo goed en zo kwaad als mogelijk - aan dat tweede wagen. Ik weet dat mijn 'formule' nog niet 'af' zal zijn, maar dankzij jullie kritische vragen zal ze ongetwijfeld verder vorm krijgen; de wetenschap evolueert ook maar dankzij stellingen en experimenten ! Onze kennis zal immers nooit af zijn, maar dat wil niet zeggen dat we ze niet kunnen delen ! Don't miss the opportunity !
Sportieve groeten & #TrainHardButSmart !
Karel