25.05.2016
Beste Vrienden,
Trainer word je niet uit de boeken. Neem het aan van iemand die (te) academisch gevormd is en voor wie nog altijd ‘niks zo praktisch is als een goeie theorie’. Een trainer haalt zijn mosterd ook uit de ervaring. Niet alleen, maar ook. Het is niet voor niets dat o.a. de VTS-trainersopleidingen voor een groot aantal uren uit stages bestaat: mee volgen, kijken en zelf doen. Over het nut en de tijd van eindwerken allerhande (die vaak niet veel later al in de verdwijnhoek belanden) kan gediscussieerd worden. Neem het aan van iemand die niet alleen zelf een paar thesissen op zijn actief heeft, maar ook al 20 masterproeven begeleidde en 10 jaar les mag geven voor de VTS.
Ervaring, dat kan ervaring als trainer en als sportbeoefenaar zijn. Als trainer hou ik ervan om te experimenteren met nieuwe oefeningen en ik wil die liefst ook eens aan den lijve ondervinden. Oefeningen die ik zelf niet graag doe, ga ik ook minder gemakkelijk voorstellen aan de sportbeoefenaars die ik begeleid (tenzij ik echt overtuigd ben van de meerwaarde). Als trainer en als atleet ondervind je ook in de loop der jaren wat er 'werkt' en wat niet. Het mag, zoals bij vele ex-profs die in een later leven trainer worden, ook wel niet verzanden in 'BLM-training'. 'Be like me' is niet zelden de valkuil van 'ervaringsdeskundigen' met (te) weinig theoretische bagage: het is immers niet omdat een bepaalde aanpak voor jou als sportbeoefenaar gewerkt heeft, dat die ook bij alle andere sportbeoefenaars gaat aanslaan. In het algemeen gesteld is het lang niet altijd zo dat je een ‘goede trainer’ bent omdat je ook succesvol bent geweest als atleet of speler. Het kan wel helpen, maar het is geen voorwaarde. Een trainer moet over andere eigenschappen beschikken dan een atleet. Er zijn een aantal attitudes die altijd en overal van pas komen, maar een trainer moet zichzelf ook al eens kunnen wegcijferen ten dienste van zijn of haar atleten, en ik betwijfel dat dit altijd zo evident is voor trainers die als atleet altijd in the spotlights stonden. Dat is misschien juist gemakkelijker voor trainers die het als sportbeoefenaar minder ver schopten.
Ik weet ook niet of het zo belangrijk is om als trainer ‘het goede voorbeeld te geven’. Uiteraard moet iedereen, ook trainers, zichzelf verzorgen en voor zijn gezondheid in de weer zijn. Daar hoort ook een actieve levensstijl bij, maar niet per se intensieve of competitieve sportbeoefening. Dat is de taak van de atleet, niet van de trainer. Ikzelf ben wel een trainer die zelf graag fit blijft. Ik zet graag mijn longens eens goed open, ik moet het zweet ook regelmatig op mijn eigen voorhoofd voelen. Het brengt je ook echt onder de atleten, je houdt een vinger aan de pols; in de wandelgangen voel je bijna letterlijk wat er leeft. Oren en ogen openhouden, dat zijn op den duur nog de beste trainerscursussen. The mind is like a parachute: it only works when it’s open.
Steel, als trainer en als sportbeoefenaar, op tijd met je ogen. Maar kopieer niet klakkeloos. Slaag een babbeltje en vraag met oprechte interesse naar het waarom.
#TrainHardButSmart & #KnowYourWhy
Sportieve groeten,
Karel
Trainer word je niet uit de boeken. Neem het aan van iemand die (te) academisch gevormd is en voor wie nog altijd ‘niks zo praktisch is als een goeie theorie’. Een trainer haalt zijn mosterd ook uit de ervaring. Niet alleen, maar ook. Het is niet voor niets dat o.a. de VTS-trainersopleidingen voor een groot aantal uren uit stages bestaat: mee volgen, kijken en zelf doen. Over het nut en de tijd van eindwerken allerhande (die vaak niet veel later al in de verdwijnhoek belanden) kan gediscussieerd worden. Neem het aan van iemand die niet alleen zelf een paar thesissen op zijn actief heeft, maar ook al 20 masterproeven begeleidde en 10 jaar les mag geven voor de VTS.
Ervaring, dat kan ervaring als trainer en als sportbeoefenaar zijn. Als trainer hou ik ervan om te experimenteren met nieuwe oefeningen en ik wil die liefst ook eens aan den lijve ondervinden. Oefeningen die ik zelf niet graag doe, ga ik ook minder gemakkelijk voorstellen aan de sportbeoefenaars die ik begeleid (tenzij ik echt overtuigd ben van de meerwaarde). Als trainer en als atleet ondervind je ook in de loop der jaren wat er 'werkt' en wat niet. Het mag, zoals bij vele ex-profs die in een later leven trainer worden, ook wel niet verzanden in 'BLM-training'. 'Be like me' is niet zelden de valkuil van 'ervaringsdeskundigen' met (te) weinig theoretische bagage: het is immers niet omdat een bepaalde aanpak voor jou als sportbeoefenaar gewerkt heeft, dat die ook bij alle andere sportbeoefenaars gaat aanslaan. In het algemeen gesteld is het lang niet altijd zo dat je een ‘goede trainer’ bent omdat je ook succesvol bent geweest als atleet of speler. Het kan wel helpen, maar het is geen voorwaarde. Een trainer moet over andere eigenschappen beschikken dan een atleet. Er zijn een aantal attitudes die altijd en overal van pas komen, maar een trainer moet zichzelf ook al eens kunnen wegcijferen ten dienste van zijn of haar atleten, en ik betwijfel dat dit altijd zo evident is voor trainers die als atleet altijd in the spotlights stonden. Dat is misschien juist gemakkelijker voor trainers die het als sportbeoefenaar minder ver schopten.
Ik weet ook niet of het zo belangrijk is om als trainer ‘het goede voorbeeld te geven’. Uiteraard moet iedereen, ook trainers, zichzelf verzorgen en voor zijn gezondheid in de weer zijn. Daar hoort ook een actieve levensstijl bij, maar niet per se intensieve of competitieve sportbeoefening. Dat is de taak van de atleet, niet van de trainer. Ikzelf ben wel een trainer die zelf graag fit blijft. Ik zet graag mijn longens eens goed open, ik moet het zweet ook regelmatig op mijn eigen voorhoofd voelen. Het brengt je ook echt onder de atleten, je houdt een vinger aan de pols; in de wandelgangen voel je bijna letterlijk wat er leeft. Oren en ogen openhouden, dat zijn op den duur nog de beste trainerscursussen. The mind is like a parachute: it only works when it’s open.
Steel, als trainer en als sportbeoefenaar, op tijd met je ogen. Maar kopieer niet klakkeloos. Slaag een babbeltje en vraag met oprechte interesse naar het waarom.
#TrainHardButSmart & #KnowYourWhy
Sportieve groeten,
Karel